Je krijgt een vermoeden met Een quaet vermoeden

Titel: Een quaet vermoeden

Auteur: Diane Busink

Uitgeverij: Godijn Publishing

Gelezen: maart 2022 - paperback

Bij het zien van de deur op de kaft vraag ik mij af welke geheimen dit boek allemaal verschuilt. Angstaanjagende visioenen, mysterieuze ontmoetingen en eeuwenoude geheimen in het dorp Liemers brengen de huisarts Elsa en de jonge moeder Marit met elkaar in contact. Ze zijn totaal verschillend, maar hebben hun nieuwsgierigheid voor het mysterieuze met elkaar gemeen. Beide kregen een visioen, waar verrassend genoeg parallelle in te vinden zijn. Elsa gaat op onderzoek uit en komt op het spoor van de tempeliers in de 16e eeuw.

 

De openingszin grijpt me aan: ‘Ik zal ermee moeten leren sterven.’ Wat heeft de ik-persoon, je weet dan nog niet wie het is, allemaal doorgemaakt dat hij/zij/hen zo moedeloos is geworden? Verderop staat de zin. ‘Het moeraswater is mijn redding, dat is zeker.’ Maar wat is de redding? Brengt het de dood of juist verlichting doordat het ‘schoon spoelt’? Na een ijzersterk proloog duik ik het boek in. Ik wil net als Elsa alles weten over de tempeliers en over wonderbonen. Ik voel mee met de problematiek van Marit. Ze heeft wanen, psychische problemen, terwijl ze vindt dat gelukkig zou moeten zijn met een lieve man en twee gezonde, geweldige kinderen. Ze wordt door haar omgeving bestempeld als geestesziek en komt er dankzij Elsa achter hoe mensen in de 16e eeuw omgingen met geesteszieken; dat ging niet zachtzinnig. Marit maakt een ontwikkeling door die we allemaal in meer of mindere mate herkennen. Ze ervaart, weet, ziet dingen die anderen niet zo ervaren of zien. Ze wordt niet serieus genomen, maar er wordt wel over haar geoordeeld. Het maakt dat ze zich alleen voelt, wat haar toestand niet ten goede komt.

 

Twee aantrekkelijke verhaallijnen en toch ging mijn leestempo na een derde drastisch omlaag. De hoeveelheid informatie vond ik soms wat veel. Daarbij komt dat ik de dorpen waar het verhaal zich afspeelt niet ken, maar er wel regelmatig naar de dorpen verwezen wordt. Ik begon een beetje te voelen als Marit; ik begreep niet goed waar dit verhaal naar toe zou gaan. Maar ik ben blij dat ik heb doorgezet want het einde is net als het begin pakkend en lees vlot weg.

 

 

Dan wil ik nog afsluiten met een compliment aan Busink voor de manier waarop ze de geestestoestand van Marit beschreven heeft. De korte zinnen voelen staccato aan. Ze staan op zichzelf en vormen op het eerste gezicht geen samenhangend geheel, maar als je goed leest zie je dat ze wel degelijk een geheel vormen en een diepere betekenis hebben. Ik vind het heel knap hoe Busink de lezer meeneemt in het hoofd van Marit, een ‘geesteszieke’, want … is ze eigenlijk wel geestesziek? Ligt het aan degene die iets ziet wat anderen niet zien, of ligt het misschien aan al die mensen die het niet zien? Ik vind dat een mooi thema en daarmee raad ik het boek dan ook aan, aan iedereen die dieper wil lezen dan wat er op papier staat.