Brief voor de koningin

Titel: Schaduw van de lahr

Auteur: Inge de Vries

Uitgeverij: Zilverbron

Gelezen: januari 2022

Schaduw van de lahr begint met twee tijdlijnen. Dawit is een jongeman die in de ondergrondse gangen van de stad Ardanh als lahron op ratten jaagt. De stad wordt belegerd en de burgers worden vermoord of gerekruteerd. Dawit raakt gewond en ligt op straat. Niemand die naar een jongen als hij omkijkt, want als lahron is hij niet veel meer dan de ratten waar hij op jaagt. Mensen als hij worden gemeden als de pest, ze zouden je immers ziek kunnen maken door hun vele contacten met de onreine dieren. Gelukkig is daar Alun. Hij ziet in Dawit de persoon die hij nodig heeft om zijn geheime missie te kunnen volbrengen: een verzegelde brief naar de koningin van Ismena brengen. Alun helpt Dawit aan zijn gewonde been en samen weten ze te ontsnappen uit de stad, op weg naar het verre zuiden om de brief te bezorgen.

 

De andere tijdlijn gaat over prinses Shirin Mazal. Ze kan het goed met haar zus Yzabel vinden, maar als Yzabel zwanger raakt wordt zij gestationeerd in de kraamkamers en mag nog maar weinig bezoek ontvangen. Shirin mist haar zus, ze voelt zich alleen, wat een nieuwsgierig meisje als zij brengt op plekken waar ze niet mag komen. Ze leert haar moeder, de koningin, op een andere manier kennen en zal jaren later nog terugdenken aan de tijd dat ze zich zo eenzaam voelde.

 

Schaduw van de lahr gaat om drie karakters, Dawit, Alun en Shirin. De andere personages staan aan de zijlijn en blijven daar qua diepgang ook. Voor een verhaal van deze omvang had ik meer betrokken willen raken bij de personages. Aan de andere kant is het heel overzichtelijk en weet je te allen tijde over wie het verhaal gaat. Dat is in sommige andere boeken wel anders, daar ben ik maar wat blij met een namenlijst, zodat ik kan spieken wie wie ook alweer was.

 

Deze dikke pil had volgens mij in twee boeken gekund. Precies halverwege gebeurt er namelijk iets groots. Deze onthulling doet je verbazen. ‘Huh? Wat? Huh? Cool,’ riep ik tijdens het lezen. Dit moment in het verhaal doet je verbazen en geeft een nieuw perspectief op de zaak. De zojuist verkregen informatie geeft de spanningsboog een zet in een andere richting. Een prima moment dus, om het boek te eindigen en een nieuwe te beginnen. Maar ik vind het niet erg hoor, dat dit een dik boek is. Het verhaal is aantrekkelijk, al is het boek soms wel wat zwaar voor mijn polsen.

 

Het tweede gedeelte van het boek heeft mij, ondanks mijn grootse verwachtingen na de eerste helft, minder gegrepen. Wat ik in de eerste helft nog lekker verrassend vond en me enthousiast maakte, vond ik in de tweede helft minder geloofwaardig. Het gebeurt namelijk een aantal keer dan de Dawit en Alun precies op het juiste moment, het juiste doen. Zo moeten ze in een stad opzoek naar een specifieke man, die hen kan helpen. Bij de stad aangekomen blijkt iedereen vermoord of gevlucht, de stad is doods. Dawit en Alun lopen door de verlaten straten en besluiten bij een huis naar binnen te gaan. Ik vind het onwaarschijnlijk dat ze precies het juiste huis binnen gaan, maar oké, Alun heeft een goed getrainde intuïtie, dus ik accepteer. In dat huis vinden ze ook een geheime gang, die cruciaal blijkt voor het vervolg van hun missie. Er volgen meer van dit soort momenten en als Dawit uiteindelijk zegt dat hij het wel heel toevallig vindt dat ze, in een volgende stad, weer precies tegen de juiste persoon aanlopen, heeft hij volgens mij gelijk. Ik vind al die toevalligheden, die precies goed uitpakken, jammer, want nu geloof ik het verhaal niet meer zoals ik dat eerst wel deed.

 

Op de toeval na, is dit een goed verhaal en ik heb ervan genoten. Het verhaal zit boeiend in elkaar en er is gebruik gemaakt van verschillende elementen die te herkennen zijn uit De brief voor de koning van Tonke Dragt, De rattenvanger van Hamelen en wicca. Als je de plottwist kent, weet je met terugwerkende kracht de hints in het verhaal te vinden. Het is knap hoe De Vries de lezer soms totaal op het verkeerde been zet.